De comeback. Een populaire Engelstalige term en veelal gebruikt als algemene benadering voor personen die binnen hun eigen professionele discipline terugkeren, alswel opnieuw glorieren. De verloren zoon, in de meeste situaties weggehoond door werkgever en publieke opinie, had in eerste instantie aangegeven nooit meer terug te keren. De eer van de persoon in kwestie is namelijk aangetast en zeker onder de auspicien van de huidige bewindsvoerders is een rentree uitgesloten, zo fulmineert hij. Deze gesimplificeerde weergave van de werkelijkheid kan betrekking hebben op politici, maar ook artiesten, veelal op oudere leeftijd weten vaak minimaal een keer artistiek of commercieel terug te keren. Op niemand heeft het echter meer betrekking dan sporters, en specifiek op voetballers en trainers.

Helaas zijn hier gradaties in te ontdekken. Het mooiste voorbeeld dat ik me kan heugen is toch wel die van Frank Rijkaard. De zwarte gazelle genoot zijn opleiding in Amsterdam en onder het toeziende oog van Cruijff groeide hij uit tot één van de meest sierlijke middenvelders ooit galoperend over de Nederlandse velden. Het was echter deze zelfde Cruijff die de gevoelige jongeling regelmatig tot uitersten dreef waardoor Rijkaard met een eloquent geformuleerd " krijg toch de kolere met je eeuwige gezeik" via een omweg zijn heil zocht in Milaan bij de plaatselijke AC. Toen een zekere Louis van Gaal in 1993 een routinier nodig had om zijn jonge manschappen de hemel te laten bestormen keerde de inmiddels gelauwerde en routineus naar de defensie gezakte Rijkaard terug naar zijn geboortegrond. U kent het gevolg, de oude gazelle leidde de jongelingen naar een inmiddels onwerkelijk klinkende Champions League winst ten faveure van, jawel, de plaatselijke AC uit Milaan.

Een moderne regisseur zou een dergelijk script verwerpen: te ongeloofwaardig. Immers, vele ‘comebacks’ verlopen vaak teleurstellend. Niet alleen op het veld, maar zeker ook daarnaast. Was het niet diezelfde Van Gaal die in 2004 terugkeerde bij Ajax om vervolgens gedesillusioneerd te vertrekken omdat enige bestuurlijke steun ontbrak bij zijn conflict met de ‘passant’ Ronald Koeman? En is het niet dezelfde Cruijff die vorig jaar na anderhalf decennium ongedwongen kritiek leveren vanuit Barcelona de wanorde in Amsterdam hoogstpersoonlijk zou komen oplossen en inmiddels beland is een strijd ongeschikt voor elke oude man? Twee andere exponenten van het gouden team van ’95, Jari Litmanen en later Edgar Davids wisten tevens geen raad met de veranderde context van hun oude Ajax toen ze kortstondig terugkeerden. Het is in dat kader dan ook bijzonder opvallend dat hun oude raadsheer, Louis Van Gaal, nu voor een derde keer terug wil keren op het kerkhof der reputaties, de Amsterdam Arena.

Zoals u ziet, teleurstellende comebacks zijn meer prominent aanwezig dan succesvolle comebacks. Maar op het moment dat de speler of trainer in kwestie een band heeft opgebouwd met zijn werkgever vervagen alle eerdere ongevallen. Inmiddels is het duidelijk dat Van Gaal niet terug zal keren op het oude nest. Voor diens reputatie waarschijnlijk een goede ontwikkeling. Een vakman als Van Gaal moet niet voor een derde maal terug willen keren bij zijn vroegere liefde, zeker niet als zijn oude liefde al haar natuurlijke schoonheid inmiddels heeft verloren. Ik zou deze column graag af willen sluiten met een positief voorbeeld van een comeback. Thierry Henry voor twee maanden terug in het shirt van Arsenal, stevige baard om de kaaklijn, twee keer een belangrijke goal scoren, de Arsenal-fan uithangen en terug naar New York. Fantastisch. Ze zouden een standbeeld voor die man moeten maken....

Uw columnist:

Barend Tensen